Jachtproeven

Zweetwerk

We proberen u enige uitleg te geven over het nabootsen van een spoor zoals ongeveer door een gewond dier zou worden achtergelaten. Een zweetspoor noemt men dit. Zweet is de benaming voor de geur die door het dier word achtergelaten tijdens de vlucht, b.v. bloed en angstzweet.

Let wel het volgen van een zweetspoor wat kunstmatig is aangelegd is totaal niet hetzelfde als een natuurlijk zweetspoor en het wil ook niet zeggen dat je hond hoe goed deze ook is op het volgen van een kunstmatig zweetspoor het in de natuur nazoek het ook zal kunnen. Maar het is gewoon ontzettend leuk om met je hond in de natuur bezig te zijn met het geen waarvoor het ras ooit is ontwikkeld.

Het Zweet

Voor het oefenen gebruiken we grofwild zweet, wat in kleine porties ingevroren word. Na het gezeefd te hebben en vermengd met een klein beetje keukenzout. Runder- of schapenbloed is ook bruikbaar, maar in geen geval varkensbloed omdat hiermee ziekten in de wildbaan gebracht zouden kunnen worden. Het zweet word gedruppeld van uit een klein kunststof flesje met een smalle tuit. Het moet een beperkte hoeveelheid zijn en bij wedstrijd mag maximaal 0.25 l bloed worden gebruikt op 1000 meter spoor.

Het Stuk

Op het eind van het spoor moet een stuk liggen, zodat de hond wat vind en succes heeft, normaal is dit een stuk grofwild maar voor het oefenen kunnen we dit vervangen door een vel.

De Aanschotplaats

Als we een kunstspoor aanleggen, proberen we de manieren van een gewond stuk grofwild na te bootsen. De aanschotplaats word wat plat gedrukt en geveegd met wat bloed besprenkeld en er word snij haar in aangebracht, eventueel met enkele botsplinters. Zodat er voldoende materiaal is voor de hond om te onderzoeken.

Het Spoor

Vanaf de aanschotplaats leggen we het spoor eerst 50 tot 70 meter rechtuit voordat we beginnen met bochten in het spoor te maken. Dit wordt aangeduid als de vluchtrichting. Het is de bedoeling dat de hond het spoor gaat volgen en zich niet laat verstoren door verleiding (echte sporen van wild, wildwissels e.d.)

Wondbedden en haken

Na de eerste 50 tot 70 meter rechtuit gaan we beginnen met het spoor te laten slingeren, op een manier die een gewond stuk grofwild ook zou doe. Na nog eens 100 tot 200 meter al naar gelang de lengte van het spoor wat we willen leggen, maken we een wondbed. Dit doen we door de bodem aan te treden dat er een kleine uitholling ontstaat alsof er een stuk wild heeft gelegen. We brengen ook hierin weer wat snijhaar en zweet aan zodat de hond weer iets vind wat hij kan onderzoeken en verwijzen. Verder kunnen we flauwe bochten en scherpe haken in het spoor inbouwen als of het wild een plotselinge afbuiging heeft gemaakt.

Het einde van het spoor

Aan het eind van het spoor leggen we het 'Stuk' een gedeelte van een huid of een verse huid (uit diepvries) dit om de hond ook te laten ervaren dat deze het goed volbracht heeft en dat deze het als beloning ziet voor zijn werk.

De Breuk

Heeft men een stuk grofwild geschoten dan heeft men recht op de jagersbreuk "Schutzenbruch". De Jagersbreuk is een kleine groene twijg die door het zweet van het geschoten wild gehaald word en daarna rechts op de hoed word gestoken. Deze word de jager uitgereikt met de woorden WAIDMANNSHEIL en een handdruk. Een klein deel daarvan steekt men op de hoed en het grotere deel bevestigd men aan de halsband van de hond om duidelijk te maken dat de hond een groot aandeel in het binnen brengen van het wild gehad heeft.