Alpenländische Dachsbracke

Alpenländische Dachsbracke.

Contactpersoon - Mw. A. van Beersum (email)

Herkomst

Oostenrijk.

Korte historische samenvatting

Reeds in de oudheid, werd er een jachthond gebruikt die een opmerkelijke gelijkenis was van de Alpine Dasbrak. Kroonprins Rudolf van Habsburg in 1881 en 1885 zorgde ervoor dat zijn jachtopzieners van Mursteg en Ischl de Alpine Dachsbracken gebruikten op zijn jachtreizen naar Turkije en naar Egypte. In 1932 werd de "Alpine-Erzgebirgs - Dasbrak" erkend door de top kynologische organisaties in Oostenrijk als de derde speurhond. In 1975 werd de naam veranderd naar "Alpenländische Dasbrak" en de F.C.I.                                                                                    riep Oostenrijk uit tot het land van oorsprong. 

Gebruik

Een robuuste, weerbestendige werkhond gebruikt door de jagers in de bergen. De Alpenländische Dachsbracke wordt gebruikt als zweethond voor gewonde herten en als speurhond voor hazen en vossen.

Rasstandaard

Algemene verschijning

Een stevige hond op korte poten met een robuust, sterk gebeend lichaam. Dicht aanliggende vacht, stevig gespierd.

Belangrijke verhoudingen

Relatie hoogte schoft tot lengte lichaam = 2 : 3.
Relatie of snuit tot schedel = 9 : 10.

Gedrag / temperament

Intelligente expressie en vriendelijk. Onverschrokken persoonlijkheid

Hoofd en schedel

Schedel: Lichte gewelfd. Duidelijke rimpel in het voorhoofd. Licht benadrukte occiput
Stop : Uitgesproken
Neus : Zwart
Snuit : Sterk.
Lippen : Dicht gesloten met zwart pigment, matig geronde lippen.
Gebit : Sterk en complete schaargebit of tanggebit. Wenselijk is een compleet gebit met 42 elementen; de afwezigheid van een total van twee PM1 or PM2 (premolar 1 or 2) is toegestaan. De M3 (molar 3) worden niet meegerekend.
Ogen : Met donkerbruine iris. Oogleden aansluitend met zwart pigment
Oren : Hoog aangezet zonder plooien. Breed hangend en glad, middelmatige lengte (reikend tot aan de hoektanden) en goed gerond aan de uiteinden.

Lichaam

Nek: Gespierd, niet te lang
Body: Lang lichaam, diepe borstkast en zeer goed gespierd
Schoft: Matig benadrukt
Rug: Recht
Lendenen: Kort en breed
Croupe : Licht hellend.
Borst: Diep en breed met duidelijke voorborst. Diepte van de borst moet ongeveer de helft van de hoogte op de schouder.
Onderbelijning: Matig opgetrokken

Staart

Hoog aangezet, dik bij de aanzet. Langer haar aan de onderkant (brush tail); Bijna reikend tot aan de grond.
Licht naar beneden gedragen.

Ledematen

Voorhand: Voorpoten recht en sterk. Ze lijken kort in verhouding met lichaam.
Schouders: Dicht aangelegen schouderblad, lang, hellend en sterk gespierd.
Achterhand: Gespierd, sterk en goed gehoekt. Van achteren gezien zijn de benen recht
Voeten: Vooer- en achtervoeten sterk, rond, tenen tegen elkaar. Sterke voetzolen en zwarte nagels.

Huid

Elastisch en sterk zonder rimpels en plooien.

Vacht

Haar: De dubbele vacht bestaat uit een zeer dike bovenvacht en een dichte ondervacht dat het hele lichaam bedekt en is dicht aanliggend.
Kleur: De ideale kleur is de donkere rode hertenkleur afgewisseld met of zonder zwarte haren. Ook zwart met duidelijke rood-bruine aftekeningen op het hoofd, borst, poten, voeten en onderkant staart (Vieräugl) is toegestaan.
Witte vlek op de borst is toegestaan.

Maat

Schofthoogte: 34-42 cm.
Ideale hoogte voor reuen: 37-38 cm.
Ideale hoogte voor teven: 36-37 cm.